De Wet op het passend onderwijs geeft schoolbesturen zorgplicht. Scholen hebben de verantwoordelijkheid om een passende onderwijsplek te regelen voor alle leerlingen die bij hen zijn aangemeld en die extra ondersteuning nodig hebben. Scholen werken hiervoor samen in regionale samenwerkingsverbanden. De besturen in dit samenwerkingsverband spreken af welke ondersteuning elke school minimaal aanbiedt. Dit heet basisondersteuning. Wanneer een leerling meer ondersteuning nodig heeft dan de school kan bieden, zoekt de school naar mogelijkheden om de leerling extra ondersteuning te kunnen geven.

‘De basisondersteuning is op iedere school op Goeree-Overflakkee hetzelfde. Zo weet u wat u als ouder tenminste kunt verwachten van het onderwijs en de ondersteuning op school’

Op de basisschool coördineert de Intern Begeleider van de school de extra ondersteuning. Vanuit het samenwerkingsverband ontvangt iedere school een aantal uren inzet van een Begeleider Passend Onderwijs (BPO). Deze BPO is tevens schoolcontactpersoon tussen de school en het samenwerkingsverband. De school kan de beschikbare uren voor de BPO onder meer gebruiken om de extra ondersteuning te helpen plannen en organiseren. De BPO gaat in principe niet zelf met een kind of groepje kinderen aan de slag, of met ouders, maar ondersteunt de leerkracht en de school in het handelen als er extra ondersteuning voor leerlingen nodig is.

Daarnaast beschikt elke school over een aantal uren orthopedagoog van het samenwerkingsverband. Bij vragen over de ontwikkeling van een kind kan de school de orthopedagoog om advies vragen. De orthopedagoog kan vervolgens besluiten verder onderzoek te doen.

Medewerkers van het samenwerkingsverband voeren ook onderzoeksactiviteiten uit voor het Team Jeugd en Gezin van de gemeente Goeree-Overflakkee, daar waar het gaat om onderwijs-gerelateerde vraagstukken bij kinderen.

De Kleuteronderwijs-Zorgarrangement Groep (KoZa) biedt gespecialiseerde hulp aan kinderen tussen de 4 en 7 jaar met complexe ontwikkelingsproblematiek dan wel een (dreigende) ontwikkelingsstoornis en hulpvragen vanuit de thuissituatie en het onderwijs.